Eenmaal zal de dag aanbreken,
die ons Gods verlossing brengt.
Als de laatste nacht geweken,
't blijde morgenlicht ons wenkt.
En het licht door d' hemeldeuren,
d' aarde en ons wezen raakt.
Wolken dan uiteen zal scheuren,
en die dag tot vreugde maakt.

Christus komend op de wolken,
daalt dan op de aarde neer.
Koning over alle volken,
zij erkennen Hem als Heer.
't Nieuw Jeruzalem zal komen,
dat voorgoed gevestigd wordt.
Als met rijke zegen stromen,
't eeuwig heil wordt uitgestort.

Op die dag blijven wij hopen,
en Gods woorden zijn vervuld.
Wij de Godsstad binnen lopen,
in het witte kleed gehuld.
Om het eeuwig feest te vieren,
blij omringd door feestgeklank.
Zingend blij bij harp en lieren,
brengend God de eer en dank.

Justus A. van Tricht

Nieuw ingezonden gedichten