Ik tel in stilt' de uren af,
tot Jezus weer zal komen.
Uitkijkend naar die ene dag,
waarvan ik nog blijf dromen.
Ik weet dat die eens komen zal,
en dat ik die mag verwachten.
Verkondigd door bazuingeschal,
na vele donkere nachten.

Ik zie met verlangen er naar uit,
om Christus te aanschouwen.
In glorie en in heerlijkheid,
verzamelend Zijn getrouwen.
Het zal een dag vol vreugde zijn,
die einde zal gaan maken,
Aan alle moeiten leed en pijn,
als die dag zal genaken.

Met velen word ik dan verlost,
van zonde en haar banden.
Dat kruis en bloed Hem heeft gekost,
spijkers in voet' en handen.
Dan begint pas de goede tijd,
waarover Hij deed spreken.
Gods koninkrijk in heerlijkheid,
op die dag aan zal breken.

Justus A. van Tricht

Nieuw ingezonden gedichten