Trekkend langs wegen van vreugde en verdriet,
zijn wij op weg naar het land zonder zorgen.
Wat ons beloofd is maar nog ligt in 't verschiet,
maar eens wacht ons allen bevrijdend de morgen.
Waarop na doorwaakte nachten het licht,
vol glorie zich voor 't oog zal manifesteren.
Dat stralend voor ons zal zijn opgericht,
ons vattend in goudglans en liefelijke sferen.

Dan wacht ons het heil dat blij is verwacht,
en komen wij thuis van de weg vol gevaren.
Door God als Zijn kinderen met 't beste bedacht,
als Hij ons Zijn rijkdom zal gaan openbaren.
Dan zijn er geen zorg verdriet meer en pijn,
maar enkel de vreugde die eeuwig zal duren.
Om steeds in Vaders nabijheid te zijn,
wiens liefde ons 't pad naar de hemel liet sturen.

Op 't feest dat door God voor ons aangericht,
biedt Hij ons de hemelse spijzen en wijnen.
Dan wandelen wij in het heerlijke licht,
en horen voor altijd bij God tot de Zijnen.
Er is dan geen kwaad meer geen ziekte en dood,
maar enkel de rust van Gods eeuwige vrede.
't Geschenk van het leven dat Jezus ons bood,
als wij op een dag eens het Godsrijk betreden.

Justus A. van Tricht

Nieuw ingezonden gedichten