God staat bij d' hemeldeur te wachten,
verlangend uitziend naar elk kind.
Bij Hem de Vader terug zal komen,
maar zich nog onderweg bevindt.
Velen zijn echter nog verdwaalden,
die 't spoor volkomen bijster zijn.
En naar Zijn stem niet langer hoorden,
voortgaande op hun weg vol pijn.

Maar Vader zal de deur nooit sluiten,
voor elk die naar Hem wederkeert.
Hij wacht met grenzeloze liefde,
op ieder die zich weer bekeert.
Want ieder kind kan er voor kiezen,
om weer de goede weg te gaan.
En Vader biddend hulp te vragen,
door Hem geleid die in te slaan.

Daarom heeft Hij Zijn Zoon gezonden,
hen te bezoeken op de aard.
Om aan hen weer de weg te wijzen,
die liefdevol hen wordt verklaard.
Verlorenen wil Hij weer vinden,
door hen te brengen weer naar huis.
De Weg met Hem te gaan bewandelen,
die hen zal voeren langs Zijn kruis.

Hij is de Weg, Waarheid ten Leven,
die elk uit 's levens doolhof haalt.
Waardoor zij die er zich bevinden,
hun dagelijks leven wordt bepaald.
Maar Jezus zal de weg bereiden,
wie volgen zal Zijn stem en woord.
Wanneer die voor hen op zal klinken,
door hen verstaan wordt en gehoord.
Justus A. van Tricht

Nieuw ingezonden gedichten