Hij liep verloren door de straten,
voelde zich eenzaam en alleen.
Verwondt door mensen en verlaten,
zocht hij zijn weg door 't leven heen.
De reeks van eindeloos lege dagen,
steeds weer opnieuw door hem aanschouwt.
Kon hij steeds minder goed verdragen,
en werden hem ook niet vertrouwd.
Het deed hem triest en droevig stemmen,
ondanks veel mensen om zich heen.
Want elke dag bleef hem beklemmen,
ik sta als mens geheel alleen.
Hij had in 't leven veel verloren,
van wat hem kostbaar dierbaar was.
Veel leed bleek hem door 't lot beschoren,
zichtbaar voor wie zijn ogen las.
Toch bleef in hem dat vonkje gloeien,
van stille hoop op wat geluk.
Om in zijn hart weer op te bloeien,
bevrijdend hem van pijn en druk.
Maar God had nimmer hem verlaten,
Hij wist van moeiten en van strijd.
Zag ’t eenzaam lopen door de straten,
wist van de pijn waaraan hij lijdt.
De Heer zorgde voor een ontmoeting,
met een bewogen heilsoldaat.
Die vroeg hem vriendelijk na begroeting,
vertel mij eens hoe 't met je gaat?
Dat bracht en omkeer in zijn leven,
een mens die aandacht voor hem had.
Die luisterend aan hem werd gegeven,
zomaar op straat kwam op zijn pad.
Door dit gesprek werd toen doorbroken,
de leegte en de eenzaamheid.
En werd gezocht en doorgesproken,
de weg die hem daarvan bevrijdt.
De heilsoldaat bleef hem ontmoeten,
op straat, in 't Leger, bij hem thuis.
Zo mocht hij Jezus daar begroeten,
en droeg niet meer zijn eenzaam kruis.
Hij loopt niet eenzaam meer door straten,
heeft zich in 't uniform gehuld.
Maar voortaan zelf met mensen pratend,
getuigend van Gods liefd' vervuld.
God bracht een omkeer in zijn leven,
heelde zijn pijn, zijn eenzaamheid.
Door hem een opdracht, taak te geven,
en daartoe door Hem opgeleid.
Zo gaat God steeds met ons Zijn wegen,
en mag Zijn uitkomst blij verwacht.
Want Hij komt altijd met Zijn zegen,
in nood schenkt Hij ons licht en kracht.
God zal voor d' oplossing gaan zorgen,
geleidend ons door 't leven heen.
Want wat vandaag niet komt, komt morgen,
hulp die altijd op tijd verscheen.