Kritisch maar met liefd' bekeken,
ziet God mens en wereld aan.
Waar zo duidelijk is gebleken,
dat het zo wel mis moet gaan.
Ondanks waarschuwende woorden,
blijken velen daarvoor doof.
En Hij vindt bij die het hoorden,
weinig weerklank en geloof.

Hij ziet liefde snel verkillen,
ziet hoe dat ’t respect verdwijnt.
Mensen weinig noden stillen,
bij de minste die verkwijnt.
Hij ziet rondom de vervuiling,
van ’t milieu en van het woord.
Grof geuit en de verzuiling,
die Hem als de Schepper stoort.

God ziet hoe w’ elkaar vermoorden,
met de wapens of het woord.
Blijken wij gehoor gestoorden,
hebbend niet van vree gehoord?
God ziet enkel de belangen,
die men voor zichzelf nastreeft.
En het woord van Hem ontvangen,
in praktijk maar slecht naleeft.

God krijgt tranen in Zijn ogen,
als Hij alles overziet.
Maar Hij blijft met ons bewogen,
ook al luisteren wij vaak niet.
Kritisch blijft Hij ons steeds wijzen,
dat het anders, beter kan.
Want Hij ziet zo graag bewijzen,
vrucht van iedere vrouw en man.

Open dan voor God de oren,
wat Hij ons te zeggen heeft.
Wij door rampspoed niet verloren,
ieder mens zijn inzet geeft.
Om in harmonie te leven
en in liefde voor elkaar.
Gods geboden na te streven,
wordend ’t heil, geluk gewaar.

Want de liefd’ die God wil planten,
bloeiend in elk mensenhart.
Groeiend uit naar alle kanten,
overwint veel leed en smart.
God heeft aan ons laten horen,
Zijn liefde zal nooit vergaan.
Wie in Jezus zijn herboren,
in alles steeds bij zal staan.

Overdenk dan steeds Gods woorden,
die ook Hij gesproken heeft.
Dat wie werkt met liefdekoorden,
eenmaal bij God eeuwig leeft.
Aan Gods oordeel wordt onttrokken,
en de goede vruchten ziet.
Die met glans van ’t woord doortrokken,
toegang tot het Godsrijk biedt.

Nieuw ingezonden gedichten