God zal Zijn kinderen bewaren,
en voert hen eens ten hemel op.
Waar zij Zijn heerlijkheid ervaren,
daar waar de vreugde heerst ten top.
Waar licht en vrede hen omgeven,
aan ’t einde van de lange baan.
Het gouden pad dat leidt ten leven,
waarop zij eenmaal zullen gaan.

Een lange stoet die niet te tellen,
reist dagelijks de hemel in.
Die los van ieder aards beknellen,
ervaart Gods trouw en Zijn bemin.
Miljoenen hebben reeds bewandeld,
’t pad dat gaat naar de hemelstad.
Waar ieder door Gods liefd’ behandeld,
ontvangt de hem beloofde schat.

De hemel met haar weidse maten,
blijkt indrukwekkend ruim en groot.
Die is verdeeld in zeven staten,
aan al Gods kinderen ruimte bood.
Het blijkt hierboven goed vertoeven.
in alle zalen die het heeft.
Waar ieder van het feest mag proeven,
van spijs en wijnen die God geeft.

Het hemels licht dat zich zal spreiden,
zet alles rondom in haar glans.
Waar muziek brengt tot hartsverblijden,
en aanzet tot een vreugdedans.
Hier zullen stem en zang verklinken,
door instrumenten begeleid.
Terwijl voor ieder ’t licht blijft blinken,
blij stralend tot in eeuwigheid.


Nieuw ingezonden gedichten