Bij die man zie ik in zijn
ogen een groot verdriet,
voelt zich onzeker, en zijn
geheugen lijkt wel een vergiet
 
Stond daar in de winkel maar
wat moest hij nu kopen,
is daarom maar weer
naar huis gelopen.
 
Maar toen hij zijn
brood wilde gaan eten,
wist hij weer wat
hij was vergeten.
 
Men zag dat hij niet
meer alleen kon wonen,
en werd kort daarna
een verpleeghuisbewoner.
 
Daar in dat huis, voelde hij
zich in een gevangenis,
en hij wist dat hij
vooral de vrijheid mist.
 
Ook zijn kinderen
hebben veel verdriet,
want zo’n pa dat
wil je toch niet.
 
Je herinnert toch liever
een vader in je leven,
die je liefde geeft en
liefde mag geven.
 
Maar nu je voor pa een
vreemdeling blijkt te zijn,
doet je dat
iedere keer weer pijn.