Geklater van water van een fontein
middenin een vijverpartij,
formaat groot en klein.
Geregeld op oevers,
In harten van de plompebladeren
bloeien waterlelies, gaan open,
door de warmte van de zon.
Geregeld op oevers,
dan hier, dan weer daar,
in stilstand als standbeeld
het gecamoufleerde silhouet
van de blauwe reiger die er leeft,
daar zijn vaste avondvisstek heeft
en zich waardig, statig voortbeweegt,
zich niet verraadt door zijn stille gang.
zich niet verraadt door zijn stille gang.
Zo nu en dan wekken rimpelingen,
in steeds wijder wordende kringen,
verwachtingen van aanwezige vissen,
onzichtbaar in ondoorzichtig watergroen.
Door tijdenlang observeren
Door tijdenlang observeren
wat die reiger steeds doet,
blijkt waar wat ik vermoed.
Na plots flitsend snelle duik
zilverkleurige schittering
in diens gevangenis:
onmiskenbare glans
van spartelende vis.
van spartelende vis.
Heerlen, seniorencomplex Vitalis, augustus 2011,
na talloze keren in de middentuin met drie vijvers stil zitten kijken,
na mijn vakantie aldaar gepubliceerd in hun kwartaalblad.
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.