Waar is dat ouwe Rotterdam
Waar ik toen ter wereld kwam.
Wat ik toen heb op zien bouwen.
Waarvan ik ooit heb kunnen houen.
 
Wanneer ik jou weleens bezoek
Ben je niet dat open boek
Dat  je toen nog voor mij was.
Hardwerkend woonoord, 1e klas.
 
Als ik door jouw straten ga
En voor mijn oude woonhuis sta,
Ik mijn buurt niet meer herken
D' enige autochtoon daar ben,
 
Mis ik de held' re glasgordijnen,
De plantjes in de raamkozijnen.
De schoongeboende straten
Met een wegdek zonder gaten.
 
Waan mij even in een kasbah.
Wezens in niqaab of burka.
Marokkanen, groepjes Turken,
Muzelmannen, baarden, jurken.
 
Antillianen, Oegandezen,
Iraniërs en Irakezen.
Roemenen, Polen aan het werk.
Stakkers in de Pauluskerk.
 
Een theehuis naast een coffeeshop.
Een sekstent met een opblaaspop.
Een winkelruit die is vernield.
Een goor portiek waar wordt gedeald.
 
Vuile naalden in de goot,
Naast de junk die ermee spoot.
Lege flessen van de drank.
Sloeber tegen wil en dank.
 
Waar ik veilig over straat kon,
Ben ik vreemdeling in Babylon.
Waar je fiets 's nachts buiten stond
En je 'm 's morgens gewoon nog vond.
 
Waar is de krul die 'k nodig mis?
Waar 't altijd stonk naar mannenpis.
Weg mijn stamkroeg met zijn geur,
Achter dat gordijn bij d' open deur,
 
Met aan de tap een zatte gast,
Die zijn weekgeld had verbrast.
De sfeermuziek van d' accordeon.
Nog geen gebruik van methadon.
 
Ik mis de vers-brood-bakkerskar,
De palingboer met schol en schar.
De havenlucht van teer en touw.
Het schip waarop ik varen wou.
 
Ik mis de kerken die verdwenen
Waar moskeeën zijn verschenen.
Nooit gehoord van Suikerfeest?
Ik ben te lang hier weggeweest!
 
Kapel en harmonie in ongenade,
Ze hebben nu de dansparade.
Wagens vol lawaai met blote meiden
Als vreemde vogels, zie ik rijden.
 
Ik mis de Dijk en ook de Laan,
Van alle romantiek ontdaan.
Toen hét jeugdontmoetingspunt,
Is thans de disco, waar je niet eens praten kunt.
 
Waar je XTC moet slikken
Om de feestvreugd op te krikken.
Comazuipen blijkt heel stoer.
Brein ontbreekt; al naar z'n moer.
 
"Let it be", zegt m' n verstand.
Met weemoed terug, naar 't platteland.
Vertrouwde stek, al menig jaar.
Daar nog kennen we elkaar.
 
 
 
PS
Met de Dijk en de Laan wordt bedoeld: de Katendrechtse Lagedijk/Boergoense Straat
en de Beijerlandse Laan in Rotterdam-Zuid. De plaatsen waar in de jaren 50 en 60 op de Zaterdagavond de jeugd samenkwam.
Daar is menige vriendschap c.q verkering en huwelijk ontstaan.