't Was vrede toen de engel kwam,
geduldig had ze hem verwacht.
De ziekte die haar kracht ontnam,
had tevens zielerust gebracht.

Een boompje had ze nog geplant,
beschut tegen de kou.
In 't hoekje aan de zonnekant,
zodat het niet bevriezen zou.

Wilde beslist dat het zou groeien,
als zij er niet meer was.
De hemel zou het dan besproeien,
't gaf een gevoel dat haar genas.

Door 't groeien van haar eigen boompje,
in de natuur zo ongestoord,
voelde het als een zoete droom,
van iets op aarde leeft nog voort.
Anton van der Haar