Wat is het toch eng om oud te zijn,
God spaar me voor dementie en pijn.
Dat was de bede van mijn moeder,
ze was een pracht vrouw, aller hoeder.
 
Ik hoor mijn broer daar nog voor bidden,
Heer geef die nood niet in ons midden.
Mijn moeder mocht lang bij ons blijven,
tot aan haar dood zou ze blakend blijven.
 
Dat dachten wij tot 't laatste toe,
toen zei ze mij: "Daar is mijn moe,
ze was hier gister ook om thee te drinken".
't Deed all' moed mij in de schoenen zinken.
 
't Gebed werd niet verhoord of toch wel,
een dag later trok een engel aan de bel.
Die sprak haar toen aan met: "Lieve zus,
snel naar boven, bij je *moe* is 't knus!"