In de nachten van het leven
als de sterren flonkerend staan
alsof zij mij willen zeggen
zie ons schitteren met de maan

huiver ik vanwege ’t duister
en ervaar ik helse pijn
koude kille lange nachten
waarin ik niet vrij kan zijn

aangevallen door de zorgen
overmeesterd door de angst
weggedoken onder dekens
ben ik toch het aller-bangst

als een angsthaas zoek ik holen
in het donker berg ik mij
voor de brute overheersing
‘k kom voorlopig niet meer vrij

tenzij ik mij durf te weren
op te staan vanuit de nacht
door te lopen naar het lichtpunt
waar mij rust en vrede wacht

laat mij deze nacht trotseren
moedig naar de morgen gaan
tot Zijn licht komt binnendringen
feller schijnend dan de maan