Ik zag de woede in je ogen
en dacht wat houd je zo bezig
moet ik het nu alweer ontgelden
O Heer, bent U wel aanwezig?
 
Ik zag de drift naar buiten breken
en wachtte angstig op mijn lot:
ik wist dat ik niet hoefde smeken
behalve smeken bij mijn God.
 
‘t Patroon van woede en van liefde
ligt nagenoeg steeds  om de hoek
en ik die hem met alles griefde
wist, nu valt voor mij het doek.
 
Toen heb ik zelf de stap genomen
ben ik na al die agressie en pijn
vertrokken om tot rust te komen
van zoveel jaar zo bang te zijn.
 
Ik, die zó bang was voor jouw woede
ben nu voorgoed van jou bevrijd
Vond veiligheid onder Gods hoede
bevrijd van al jouw woede spijt.