Wolken boven de woelige wereldzee 
laten hun bliksems, gevat in dreigend grauw,
neerdalen, geven de golven een douw, 
vinden en tarten het menselijke wee.

Op het water danst een zwaard met stormwind mee, 
zwaait moordlustig als een woeste tijgerklauw,
brengt aanstromende lucht telkens een houw,
verraadt onzekerheid, zoekt hechte stee.

Het wapen keert zich om, staat op vaste grond,
is een sterk kruis, omkranst door lichtstralen,
strooit bemoediging en vrede in 't rond.

Jezus' liefde en genade halen 
ieder venijn uit kwade hand of mond,
doen bloemen bloeien in de dorste dalen.