Spoorloos, dwalend en op zoek
naar geluk en tederheid.
Doelloos hunkerend naar genegenheid,
niet meer wetend hoe het verder moet.
 
Zo is het leven vaak een dwaalspoor
een doolhof die geen uitzicht biedt.
Je kijkt en zoekt maar vindt de uitgang niet,
en alles om je heen gaat in het niets teloor.
 
Ja, op het labyrint van het leven
lopen mensen door en met elkaar,
Al snakkend naar de echte liefde, maar!
Wie zou hen dat in deze tijd nog geven?
 
Eén is er, Hij staat in het middelpunt.
Hij ziet hoe al Zijn kinderen zoekend gaan.
De één loopt snel, de ander komt wat achteraan,
er is geen mens die Hij Zijn liefde ooit misgunt.
 
Zo zijn wij mensen meestal spoorloos voor elkaar,
maar God de Vader laat zich steeds weer vinden.
Hij is niet spoorloos voor wie Hem beminden.
Wie voor Hem knielt vindt Hem werkelijk waar.
 
Hij ziet en hoort al wat wij doen en denken.
Altijd heeft Hij een luisterend oor.
Als wij oprecht iets vragen, geeft Hij vast gehoor.
Uit liefde en genade wil Hij ons alles schenken.