Eens zal al het geflonker
van zilver, goud en edelsteen,
slechts glans vertonen van donker
en geen lichtstraal daar omheen.

Glans zal in niet vervallen,
door een Licht dat schoner straalt,
waar machthebbers voor vallen
geen aards geflonker het bij haalt.

Zelfs sterren zullen verbleken,
daarbij faalt zelfs zon of maan,
‘t Licht beschijnt de aardse streken,
als de hemelpoorten opengaan

Wat is dan nog de waarde,
van edelsteen, zilver of goud?
Als straks God hier op aarde
alle glans Zich voorbehoudt?