Heer, wij hebben toch gezien
dat U de Heiland was?
Dat water wijn werd bovendien
en dat U ons genas?
Het hemelrijk dat U verliet
was Uw vaderhuis,
dus doden konden wij U niet,
zelfs niet aan dat kruis.
 
U voorziet ons van nieuw leven,
dwars door elk verdriet.
Vader, wilt U ons vergeven,
want wij zien dat niet.
Heer, U geeft ons zo’n rijk leven,
verlicht door zon en maan.
Wij zien het slechts als een gegeven
dat wonderen bestaan.