I
 
De brede weg door alle tijden
is oppervlakkig en banaal
waarop we met de snelheid rijden
die ieder gaat, zo triviaal.
 
De brede weg sluit ons de ogen
voor toekomst en voor voortbestaan.
Wij gaan er langs, worden bedrogen,
’t is simpel om die weg te gaan.
 
De brede weg: achter de horizon
zien wij niet waar het einde is.
Wij weten slechts waar hij begon:
In onze onmacht en gemis.
 
De brede weg vlucht door de tijd,
geeft aan ’t bestaan geen zekerheid.
 
II
 
De smalle weg geeft ons te denken, 
laat zien wat goed is en wat rouwt,
wil ons de diepe waarde schenken,
maakt ons met God en mens vertrouwd.
 
De smalle weg gaat alle dagen
waar liefde heerst, wij samen zijn.
Wij kunnen er elkander dragen,
geen onderscheid in groot of klein.
 
De smalle weg voert ons langs vreugde
maar ook langs zorgen en verdriet.
Vanaf ’t begin dat wij ’t ons heugden 
is God er die ons nooit verliet.
 
De smalle weg voert in de tijd
ons naar Gods trouw in eeuwigheid.


zie Mattheüs 7: 13-14