Adam had de mantel der gerechtigheid verloren;
Adam overtrad Gods wet.
Nu stond hij naakt en zielsverloren;
God had hem uit de hof gezet.

God slachtte toen voor Adam een onschuldig beest,
en gaf de dierenhuid als kleed,
als een vervanging van wat vroeger was geweest,
toen hij met onschuld was bekleed.

Vele eeuwen later kwam de Zoon van God.
Hij overtrad nooit één gebod.
Hij heelde lammen, doven, blinden en gewonden;
Hij bevrijdde van de zonden.

Hij liet zich zwijgend slachten, als onschuldig lam.
Dat was de reden dat Hij kwam.
Om ons te kleden, maar niet met een dierlijk vel.
Hij gaf zijn mantel tot herstel.

Hij kleedde ons in zijn gehoorzame gerechtigheid.
Zijn leven was God toegewijd.
Hij kwam de hele wet, de hele schrift vervullen
om ons in liefde te omhullen.
Lies Land

Uit de bundel: Gods telelens
Uitgegeven door Vision Evangelische Uitgeverij Groningen.