Ik bezie het klein gezichtje
Van het kindje in het zand
Rode wangen, ogenlichtjes
Alleen, daar op dat drukke strand

Met haar emmertje vol water
Druk gravend aan haar zandkasteel
Geen flauwe notie nog van later
't Is nu wat telt, ach, weet zij veel

Gelukkig hoeft ze niet te weten
Van wat haar morgen misschien wacht
Konden wij nog maar vergeten
Zoals dit kindje, klein en zacht

Vergeten wat ons bezighoudt
Bezorgdheid voor de dag van morgen
Zeker, dat wie van je houdt
Dan ook wel weer voor je zal zorgen

Als de vogelen des velds
Is dit onbezorgde kindje
Geen zorg nog om haar goed of geld
't Is vanzelfsprekend, God bemint je!
Marian van der Veen-Niemeijer