Wij zien de mens die God ontkent,
soms iemand met wie je samen bent,
Kijkt 's nachts ook naar het firmament,
doch slechts de nacht daarin herkent.

Leeft als een gezegend mens,
gelooft zichzelf het allermeest.
God is geenszins een vrome wens,
de dood een film die is geweest.

Heeft geen koers om uit te varen,
in storm en mist geen land in zicht.
Bestuurt het schip op woeste baren,
dat voor de grote storm niet zwicht.

Vaart òns schip door dikke mist,
zien wij van ver de haven al.
Niet één van ons die zich vergist,
waar het kompas ons brengen zal.

Kies je een koers om uit te varen,
zet het kompas op 't veilig oord.
Storm of mist zijn geen gevaren,
wij hebben Vaders Zoon aan boord.

Ons richtsnoer geven wij uit handen,
niet zonder Hem op woeste zee.
Ons schip komt aan op eeuw'ge stranden,
God was met ons,voer met ons mee.

Speel met God vooral geen poker,
vóór je gaat reizen van deez' aard.
De kans is 't missen van de joker :
de kaart voor een behouden vaart !

(Wat is de mens dat Gij zijner gedenkt.)
Anton van der Haar