Bij de kerk stond altijd een zwerver
maar díe zondag een wachtende gast.
We waren hem bijna genaderd.
Een kerkganger riep verrast:
“Wat een gedaanteverwisseling”
en wisselde lachend een blik
met de keurig geklede vreemdeling.
Toen volgden mijn man en ik.
De vreemdeling, totaal verrast
bekeek zich vol verwondering
verbaasd en vrolijk vroeg hij ons:
“Zoveel verandering?”
Wij wisten even niets te zeggen
schudden lachend nee.
Hij zag de humor er van in,
liep gnuivend met ons mee.
Ik dacht aan een stuk uit de Bijbel
en zwierf met de zwérver mee,
vroeg me af waar díe zou verblijven.
Bad de vreemdeling met mij mee?
De zondag daarop stond de zwerver er weer
op zijn vertrouwde plek.
Het was of hij iets te zeggen had
in een woordeloos gesprek.
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.