Het was mijn zonde, die U droeg, aan 't kruis op Golgotha.
Het waren mijn schulden, die U, op U nam.
Het was mijn roepstem, kruisig Hem,
en U droeg het, als een offer Lam.

U, niet in aanzien waardig,
gespot, gehoond, gespuwd,
de doornenkroon gedragen,
het was mijn, het was mijn schuld.

Nu, Here, ik weet mijn schuld hebt U gedragen,
ik weet, het was voor mij,
dat U daar zo verslagen,
aan 't kruishout stierf, op Golgotha.
Het was voor mijne zonden,
voor mijne schuld, zo groot.

Zo hef ik nu mijn handen,
en richt ik mij weer op,
het is volbracht, zo klonk het op het einde,
en ik, ik ben vrijgekocht.