't Leven lijkt soms op een spaarpot,
't is soms leeg, soms goed gevuld.
Soms geluk, soms treft het noodlot,
goed bij kas of diepe schuld.
En gaan we dan ons spaargeld tellen,
dan zijn we hoop'lijk schuldenvrij,
maar niemand kan 't ons vertellen:
'Hoe zit ik er morgen bij?'

Meestal is ons saldo batig,
is er goed geïnvesteerd.
Toch krijgen wij ook regelmatig
een rekening gepresenteerd.
Dan moet onze spaarpot open
en loopt het leeg in sneltreinvaart.
Dan is het maar voor ons te hopen,
dat er voldoende is gespaard.

Maar kunnen wij ooit niet meer verder,
onze spaarcenten zijn op.
Dan is daar een Goede Herder,
Hij haalt mensen uit het slop.
Hij helpt ons bij tegenslagen,
vult de spaarpot tot de rand.
Hij zal onze lasten dragen
met een hoge rentestand.

Hij wil onze spaarpot vullen,
komen wij nooit meer tekort.
Niet met centen, niet met spullen.
Nee, Hij doet dat met Zijn Woord.
Komen wij eens bij Hem boven,
zijn de spaarpotjes gelijk.
Het is mooi dat te geloven,
want dan zijn we Hemels Rijk.