Het afgetrapte paadje

Het afgetrapte pad is niet
voor 't kind van God bestemd,
zolang zijn oog op Jezus ziet
en hij tot God zich wendt.
Zo wordt Gods wil zijn streven
elk uur, elk ogenblik.
Gods vree zal hij beleven:
Geen plaats voor angst of schrik.
 
De maalstroom aller dagen
van routinemens
kan 't Gods kind niet belagen,
de Heer vervult zijn wens.
Hij wordt slechts bijgeslepen,
nooit afgestompt, ‘knock‑out’.
God zelf heeft hem gegrepen.
Gods Geest werkt zijn behoud.
 
De druk en de verzoeking
weerstaat Gods kind daarbij,
hem treft geen blaam of vloeking,
want Jezus is nabij.
En in de draf der dagen
vergezelt Gods rust zijn tred.
Gods kind zal 't vaandel dragen
van het reeds verhoord gebed.