In het land van koning zomer
leefden de mensen zomers blij
in de natuur en met de dieren
en met hun God altijd dichtbij.
 
In het land van koning zomer
waren de luchten hemelsblauw
genoten de mensen van elkaar
en bleven ze hun koning trouw.
 
In het land van koning zomer
zat ineens een sluwe slang
die listig de mens verleidde
had ze vervolgens in de tang.
 
In het land van koning zomer
kreeg ontrouw de overhand.
Ieder moest het land verlaten.
Verhuizen naar een ander land.
 
In het land van koning mens
was er heel geen vrede meer
ruzie, oorlog, doodslag, nijd
O, wat deed dit vreselijk zeer.
 
In dat land van koning mens
moest snel een redder komen
die terugbracht naar de zomer
bij hun God wilden ze wonen.
 
In het land van koning zomer
lag het plan al helemaal klaar
God wilde de mens niet kwijt
schonk hen een bemiddelaar
 
In het land van koning mens
wou die Middelaar wel sterven
voor die arme, domme mensen
zodat ze vrede mochten erven.
 
In het land van koning zomer
worden weer woningen bereid
voor straks, in die Grote Zomer
als God zegt: kom, nu is´t tijd!