Denk niet, ach, ik ben zo klein
Wat zou ik kunnen doen voor Hem
Wees 't lichtje dat tot ere schijnt
Al zit het in het hoekje klem

Laat des Heren hand je wenken
Van onder uit die korenmaat
Voor elk mens wist Hij te bedenken
Een taak waar een talent voor staat

Als een knopje, klein en nietig
Verborgen aan een dorre tak
Onzeker soms, of zelfs verdrietig
Dat de knop niet openbrak

Maar als de zon begint te schijnen
Komt elke tak tot bloei
Dan komen bloemen, grote, kleine
Tot een ongekende groei

Laat de hand de voet maar leiden
Elk lichaamsdeel haar eigen taak
Toon je talenten, hoe bescheiden
Je Schepper je ook heeft gemaakt!
Marian van der Veen-Niemeijer