daar op Moria stond de Tempel
na terugkeer uit Babel gebouwd,
met Haggaï en Nehemia
en met de wetgeleerde Ezra,
met mooie stenen en kostbaar hout;
God’s heiligheid geeft er een drempel
als ’t om ‘t heilige der heil’gen gaat,
daar mag de hogepriester alleen
eenmaal per jaar zijn bediening doen;
Leviticus zestien zegt, hoe toen
de hogepriester daar ging, daarheen
waar hij dan, voor het volk, vóór God staat
voorzitter van de Joodse Raad was
de hogepriester, ook in de tijd
die wij kennen als: De Goede Week
zoals ons ook uit de Schriften bleek,
maar hij leek aan Rome toegewijd,
en zijn naam: hij heette Kajafas
waarom wilden zij van Jezus af?
Hij hield alleszins de geboden
Hij vroeg om bekering van zonden
Hij bad en genas die Hem vonden
Hij ging voor God, de God der Goden
Die, wie Hem bidt, gratie geeft en gaf
ging ’t om behoud van positie
om voort te gaan met het eigen hart
niet voor God en niet voor de naaste,
stond dat hoog of was dat het laatste,
wilden zij niet zien: de zonde smart
en verzoening ligt in God’s gratie
het is beter dat één sterft dan dat
het gehele volk verloren gaat;
zo profeteerde hij, Kajafas,
terwijl dat wel het Woord van God was
zoals dat nu in de Schriften staat,
het woord, dat hij toen gesproken had
hij legde een valstrik voor de Heer:
zijt Gij de Zoon van God, wel of niet;
was ’t antwoord “ja”, dan had hij reden
om te doen wat hij deed in ’t heden:
dat is Godslastering naar men ziet
ander bewijs hoeven wij niet meer
op vrijdag is Hij, Jezus de Heer
als Hogepriester Zelf ingegaan
in de hemelse tempel bij God,
Hij bracht verzoening, en sprak als slot:
Het Is Volbracht; door Hem is voldaan
aan ’t Godd’lijk recht: Hem zij eeuwig eer
Kajafas, daar komt ge niet mee klaar:
ge hebt bewust uw hand geslagen
met uw Raad, aan de Heer der Heeren;
maar dat oordeel, dat zal u deren
in en aan het eind van uw dagen,
dat maakt de Heere Zelf aan u waar
u was niet bevoegd om recht te spreken
over God’s Zoon, Die u voor u vond
en Hem ten dode voor te dragen;
dat blijkt op deze Dag der Dagen
want heel dichtbij is de Morgenstond
waarbij de heem’len openbreken
en Hij komt, met kracht en heerlijkheid
aan ’t hoofd van hemellegermachten:
daar zal men ter verantwoording staan!
Kajafas, hoe zal dat met u gaan ?
wat denkt u dat u mag verwachten
van Hem, De Rechter, voor d’ eeuwigheid
maar als het zo met Kajafas ligt
hoe zal ’t op Uw Dag dan met ons gaan
wij zijn niets beter dan hij, o Heer,
gaand’ voor ons voordeel, niet voor Uw eer,
wij bidden, als wij vóór U staan:
Heere vergeef, doe ’t boek van ons dicht
bij Mattheüs 26: 59-68; Marcus 14: 60-64;
Lucas 22: 63-71; Johannes 18: 14, en 24
Kajafas
- Details
- Geschreven door: Jacobsen, Thomas
- Categorie: Bezinning
- Hits: 822
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.