als stukjes speelgoed in een kinderhand.
De doos met 't voorbeeld heeft Hij niet gegeven:
Ik vind niet meer dan hoekjes en de rand.
Daar binnenin zie ik alleen maar kleuren,
ook stukjes zwart en stukjes wolkenwit.
Het is een chaos, en ik blijf maar speuren
of 'k ergens tóch de uitkomst soms bezit.
Ik weet het niet, ik kan er slechts naar gissen,
zolang Hij immers 't voorbeeld voor zich houdt.
En daardoor blijf ik in het ongewisse
hoe in de toekomst 't leven zich ontvouwt.
Zal er veel zon zijn? Of ook duist're wolken?
-Maar dikwijls heeft een wolk een gouden rand-.
O Heer, ik kan Uw puzzel niet vertolken,
'k heb 't raadsel van mijn leven in mijn hand.
Er is één ding waarop ik mag vertrouwen:
-hoewel ik nu nog in het donker tast-.
Eenmaal zal ik 't voltooide beeld aanschouwen
en zien, dat ieder stuk volkomen past.
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.