Ik overdenk de dingen van het leven
en nu ik vaak in het verpleeghuis ben
zie ik daar veel mooie dingen gebeuren,
die ga ik delen en klim weer 'in de pen'.

Ik zie een kamer met beperkte mensen,
de één fungeert als oog, de ander als hand.
Zij houden elkaars welzijn in de gaten,
maar wat zij doen, haalt nooit de krant.

Een man die niet kan praten, snijdt
de appel van zijn buurvrouw in stukken
en ook haar brood snijdt hij klein
zodat zij zich niet zal verslikken.

Een kerel met één been maakt grapjes
brengt humor, met zijn tandeloze lach
een blinde vrouw breit aan een sjaal
terwijl haar buurvrouw voorleest, elke dag.

Ik denk: wie is er nu eigenlijk beperkt?
Hier in 't verpleeghuis hebben ze begrepen
hoe het in het leven prettig werkt:
wat jij niet kunt, kan ik, en doe het even.

Hun bereidwilligheid elkaar te helpen
schijnt als een zonnestraal mijn leven in.
Zo Hand of Voet of Oog zijn voor een ander
geeft volgens Jezus aan je leven zeker zin.