'Vermijd de vreemde man'
Sprak moeder tot haar kind
'Zelfs als je 'm aardig vindt:
Neem nooit een snoepje an!'

'Vermijd de vreemde vrouw'
sprak vader tot zijn zoon
'Al is ze nog zo schoon:
Dra drijft ze je in 't nauw!'

Vermijd de vreemde 'god',
die als een licht verschijnt.
Hij rooft, hij ondermijnt.
Hij doodt en maakt kapot.

De 'engelen des lichts',
die vol van gruwel zijn:
Zij brengen vrome schijn,
die leidt tot duisternis.

'O mens, kom, ken de Heer'
zo spreekt Gods woord ons aan.
Hij laat geen bidder staan.
Hij brengt ons 't leven weer.

Open je hart, o waag het:
Laat Jezus binnen gaan.
Geef glorie aan Zijn naam.
Hij roept je: nu  vandaag!

Voor al wie Hem verwacht,
sprak Jezus: 't Is volbracht!'
Hij redt van dood en nacht.
Hij geeft de moeden kracht.