't Gewicht van al ons weten 
	wordt eens, aan 't eind der baan 
	op Gods balans gemeten. 
	als 't leven is gedaan.
	Ik kende ze persoonlijk.
	die twee, waarvan ik spreek 
	De één, een soort professor. 
	De andere  een leek.
	Een wiskundegeleerde
	was de één. Gehonoreerd 
	met eer en honorarium.
	Dat was toch niet verkeerd?
	De andere  een moeder.
	Aan jaren was ze rijk!
	Maar     ziek werd haar geheugen. 
	Dra raakte ze het kwijt.
	Ze stonden voor hun Schepper, 
	aan 't einde van de baan. 
	Die woog hun laatste woorden, 
	de som van hun bestaan.
	De één sprak uit zijn twijfels: 
	“ 'k Weet nu, dat ik niets weet.” 
	De andere hield eenvoudig 
	haar bijbeltje gereed.
	Steeds helderder ging stralen,
	Het Woord, waarop zij wees: 
	“Maar  één ding weet 'k heel zeker, 
	dat mijn Verlosser leeft!!”
	 
                    
-