Ik zocht God overal,
waar ik Hem dacht te vinden.
In kille briesjes en
zelfs in de woeste winden,
in plaatsen waar geen mens
Hem ooit zou durven zoeken
en van elk werelddeel
de verst gelegen hoeken.

Ik zocht Hem in een stal
en dacht Hem daar te weten.
Ik keek op plekken waar
Hij lang reeds was vergeten.
Ik ging naar Oost en West
en naar het hoge Noorden,
maar nergens vond ik Hem,
noch ik Zijn roepstem hoorde.

Ik zocht Hem overal.
Waar was Hij toch te vinden?
Bij blank, bij bruin of zwart
of bij de licht getinten?
Totdat God plots’ling sprak:
”Waar ben jij toch mee bezig?
In ieder mensenkind
is iets van Mij aanwezig!”

U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.

Reacties mogelijk gemaakt door CComment