Wij schelden 
op de dood;
duwen hem rond
in onze kring.
Weerloze dood:
angelloze wesp,
kromgekanteld,
onderlijf schokt
nog eens verloren,
ligt dan stil.
Met achteloos 
gebaar vegen 
wij dood uit 
ons leven. 
Waren wij 
eens bang?
Hebben wij 
ooit gevreesd?
Geheugen is 
een eeuwig nu;
wij weten niet
langer wie 
wij waren.
       
        
        
                                        
	
	
	
	Angelloos-1 Cor. 15: 54,55
- Details
 - Geschreven door: Meij, Henk van ter
 - Categorie: Bijbeltekstgedichten
 - Hits: 2435
 
                    
-