Ze was nog maar een zaadje
toen Ik haar heb geplant.
Ze groeide alsmaar groter,
nu staat ze aan de rand
van kabbelende stromen
waar wortels water zuigen
haar takken buigen in de wind
en vogels kunnen schuilen...

Vrij naar Matth. 13:31-32

Nog een gelijkenis hield Jezus hen voor,
Hij zei: Het koninkrijk der hemelen is gelijk aan een mosterdzaadje,
dat iemand nam en in zijn akker zaaide.
Het is het kleinste van alle zaden, maar als het volgroeid is,
is het groter dan alle tuingewassen en wordt het een boom,
zodat de vogels van de hemel in zijn takken kunnen nestelen.