Ik had de psalm geleerd,
    ik was een jaar of elf.
    Ik had er hard op gestudeerd
    want het ging niet vanzelf.

    De woorden kon ik spreken
    of zingen met een galm.
    Dat was voor mij het teken:
    ik kende nu de psalm..

    Verstreken is de tijd,
    ik leerde steeds weer verder.
    God heeft mij opgeleid:
    ik ken nu ook de Herder.