Je was maar een gewone vrouw
je naam is nooit genoemd
Toch heeft de Heer je sterk geloof
met blijde stem geroemd

Je bent zomaar met dat geloof
naar Jezus toe gegaan
De Heer hield zich toen even doof
maar heeft je goed verstaan

Je knielde, smeekte: "Zoon van David,
Heer, helpt U mijn gestoorde kind
dat altijd ziek en bang moet zijn
dat nooit meer rust en vrede vindt..."

Hij wilde je gebed verhoren
Je was een werktuig in zijn hand
Je was een vrouw, door God verkoren
al kwam je uit een heidens land

Je vroeg alleen om kruimeltjes
Hij gaf je voedzaam brood
Je mag zijn lof nu zingen
want je geloof was groot

Je mag nu ook vertellen
wie Jezus voor je is
en dat je nu wilt leven
tot zijn gedachtenis

Je mag met je genezen kind
bij God aan tafel gaan
Hij laat een ieder die Hem vindt
nooit meer van verre staan...