Mijn schouders hangen af,
gebogen zijn ze,
onder een zware last.
Spieren verstijven,
verkrampen,
alles zit vast.
Mijn ogen zijn dof,
door alle zorgen,
van alle smart.
Ze weerspiegelen
de droefheid
van mijn geplaagde hart.
Mijn gezicht is getekend
door sporen van
vergoten tranen,
die steeds opnieuw
hun weg
naar beneden banen.
Ik ben vermoeid,
de last
wordt me te zwaar.
Eindelijk kijk ik omhoog
en roep het uit:
Heer, mijn God, bent U daar?
Ik heb zelf
al zolang
geprobeerd,
en me alleen maar
meer en meer
dieper bezeerd.
Ik kan niet meer,
neemt U toch
mijn last.
Ik weet het, Heer,
te lang hield ik zelf
mijn zorgen vast.
Ik pleit op Uw woord
dat zegt dat U
voor mij zult zorgen;
dat ik door Uw trouw
veilig ben
en geborgen.
Dat U mij nooit
zal laten
bezwijken
en dat Uw hand
nooit te kort is
om naar mij te reiken.
Ik reik naar Uw
uitgestoken hand
en neem hem vast
en leg daarin,
met een
verootmoedigend hart,
mijn te zwaar geworden last.
De last op je schouders,
draag hem over aan de Heer,
Hij zal voor je zorgen;
wie Hem trouw is,
laat Hij niet bezwijken,
nooit.
Psalm 55:23
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.