Zomerzon omhelst zomerfruit,
dat uitbundig lui
ligt te zonnen op de kraam
en zich ongegeneerd betasten
laat door vele handen.
Door zomerzoetheid bedwelmde ogen
dwalen over het diepe rood en paars,
laten zich gewillig verleiden.

De stem van de marktkoopman
slingert verleidend tussen
vruchten en zomerjurken door,
prijst zijn zoete schatten aan;
een lach op zijn kersengezicht.

En ik hoor de stem van de HEER
die mij met zijn heil verleidt.



O al wie dorst lijdt, - gaat tot het water en gij die geen geld hebt: gaat, koopt koren en eet! - gaat koopt koren niet voor geld, en wijn en melk voor geen prijs! - (Jesaja 55:1)