Staande voor de kast
verzucht je
kijkend naar de lucht
wat trek ik aan vandaag…
als eindelijk je keuze is gemaakt
komen de regenbuien
 
dan hoor je het gefluister
trek toch vandaag die mantel aan
die zo bevrijdend voelt
met al die mooie plooien
waarmee iets wordt bedoeld
bescheiden en zachtmoedig
meelevende en goed,
verdragend en geduldig,
vergevend overvloedig
 
en daar omheen
die mooie gouden riem
om bij elkaar te houden
die wijde plooienpracht,
de gordel van Gods liefde
die alles samenbracht
 
ga zo vandaag naar buiten
het zal je prachtig staan
dan trek je naast je kleren
ook nog de ander aan.
 
Bij Kolossenzen 3 : 12 - 17