Reusachtig God, 
gisteren zag ik op mijn terras
een reusachtig groot spinnenweb.
Daar middenin zat een spin
die, evenzo reusachtig,
zó prachtig was.
 
Zon bescheen
de sterke draden.
Het laat zich raden:
ik dacht aan Schepper God.

Hij beschijnt ons met
Zijn Licht en trekt wat
met Hem verbonden is
zeker en gewis niet kapot!
 
Die grote spin, middenin
zijn web, zat daar roerloos,
met reusachtig veel geduld.
Dat deed me denken aan
Gods eindeloos wachten:
Hij is met Liefde gevuld.
 
Reusachtig God,
onvoorstelbaar groot
zijt Gij, Uw Schepping
getuigt van Uw Majesteit.
Uw grootheid die ik loof:
ik geloof met te klein geloof
in Uw reusachtige Eeuwigheid.
 Daarin bènt U, vanaf het begin,
door Uw Woord in een ver verleden.
 
U toont in het heden
Uw aanwezigheid:
schonk me een spin
ter herinnering.
 
Ps. 33:9 | Ps. 102:26 | I Cor. 13:4a.
Citaat: "De gelovige ziet God overál in, de ongelovige ziet Hem nergens in."
Lied: “Hoe groot zijt Gij.”