Als ik loop door straten of langs wegen
en ik zie de wereld in al haar schoon
genietend elke dag weer van Uw zegen
maar vind dat dan toch weer gewoon.

Denk ik “Wat zijn wij toch tweeslachtig,
er bestaat geen schepsel zonder God
slechts één stelling is werkelijk waarachtig.
Wij kunnen niet leven alleen bij ’t lot”.

Wie zou de kosmos richten in banen
tot een alom wijds en vaststaand geheel
van zonnestelsels planeten en manen
wie gaf op aarde elk schepsel zijn deel?

Waarvan moeten wij op aarde leven
als er niet Eén is die over alles regeert
een macht die ieder het goede wil geven
aan elk schepsel Zijn wetten leert?

Als wij niet luisteren naar Uw woorden
maar kiezen steeds ons eigen pad
trekt U ons dan tot U nader met Uw koorden
met Uw wil in liefde altijd gevat.