De vruchten van het land
zijn gaven om te leven.
De Schepper wil ze geven
en legt ze in een lege hand.

Het werk van onze hand
is plannen en creeren,
waarbij we telkens leren:
alleen gezegend houdt het stand.

We staan bij God in 't krijt:
genadebrood als eten,
zodat we niet vergeten
te leven vanuit dankbaarheid.