Soms wens ik, dat ik heel de wereld nog niet kende
Dat het gewoon nog heerlijk leeg was in mijn hoofd
En dat ik, waarheen ik mijn hoofd ook wendde,
Alleen maar dat zag, wat mij was beloofd.
Schoonheid en vrede, liefde en puur geluk.
Genot en diepe vreugde; niets bracht mij van mijn stuk.
Ik absorbeerde blijheid en welzijn als een spons.
Het trilde in mijn lichaam als een zoet gegons.
En nergens, nergens hoefde ik nog over na te denken.
Ik kende geen verantwoordelijkheidsgevoel.
Ik hoefde niemand ook maar iets te schenken.
En, met God mezelf zijn was mijn hoogste doel.
Wat mooi om deze woorden op de schrijven.
Wat ik nu voel, ja dat gevoel mag blijven