De wereld opent zich, ik word geboren
en laat mijn huilen en mijn lachen horen.
Het is een wonder mij, want stad en land
zijn gaven Gods. Hij neemt mij bij de hand

en laat mij ‘t levenslicht , de vreugd’ ontdekken:
Hij geeft mij kracht. Ik laat mij ‘s morgens wekken,
Dan zal ik in Hem blij ontwaken.
Hij laat mij al zijn  goedheid smaken.

Wanneer ik oud ben, als ik zal gaan sterven,
geeft Hij mij hoop en kracht want ik zal erven
het eeuwig licht in ’t Vaderland.

Nu weet ik mij gerust,'k leef zonder zorgen.
Ik voel mij vrij want ‘k ben voorgoed geborgen,
‘k ontvang de toekomst uit Zijn hand.

29 september 2016