Hemel stevig om ons heen geslagen,
grond steeds vaster onder de voeten.
Rapen we alle kleuren van de straat,
vinden in bomen open armen.

Gaat ons licht op. Zien we wat bij begin
al was. Dwars door alle tijd.
Dragen wij elkaar met lege handen.
Zijn wij Gods zon voor een eeuwigheid.