Gelukkig zijn wij. De Heer mogen wij vrezen,
ons in zij armen veilig en geborgen wezen.
Wie sterk staat in zijn naam noemt Hij zijn volk,
in 't duister is Hij lichtend als de wolk

die voor ons uittrok naar 't beloofde land.
Genaad' en recht geeft Hij ons in de hand.
in vrede, onwrikbaar mogen wij op de aarde leven,
en delen met de armen, ons de verdrukten geven.

Wie stilstaat, omziet op 't verloren veld
is niet het kind van God, is niet Zijn held,
moet in zijn streven, jagen, falen.

Wie toekomst heeft, deelt d' erfenis
van Gods genâ, zijn lafenis
Hij zal tot steun zijn zonder dralen.
Frans den Harder