U bent mijn zegen, U bent mijn rots.
'k Mag schuilen in de schaduw Gods
Hij is voor mij een burcht, een veste,
de zegening die 't dorsten in mij leste.
Wat wonder dat U naar de mensen ziet,
als schaduwen vergaan zij niet.

Ik bid U, Heer, daal in het donker neer,
geef aan wat onheil is geen keuze meer.
Laat mij ontkomen aan 't geweld
opdat de zuiverheid mij nog in 't harte welt.
Waar woorden klinken van venijn
 wilt U voor mij de schutse zijn?

Laat klinken, Heer, een nieuw lied uit mijn mond,
muziek schalt heel Uw wereld rond.
U kunt ons helpen, onze Koning,
beschermer, hoeder van de aardse woning.
Bewaar mij dat ik liegen zou,
laat één mij worden met Uw trouw.

Laat hen die na ons zullen leven
zich vol verlangen in U geven
Dan is er meer dan aards geluk
en breekt geen zonde het nog stuk
Gelukkig is wie stille U verwacht,
gedragen in de dag en in de nacht.