Wie U haat, lijkt voorspoed te winnen,
Wij waren toch Uw kinderen van den beginne?

Wie U minacht lijkt in tel
maar wij, wij zijn Uw volk, Uw Israël?

Geloven maakt ons enkel bang,
Wij bidden tot U God: Hoe lang?

U bouwd' een stad voor ons op aarde.
Wat zijn wij nu van U, zo zonder waarde?

Sta op, o God en voer Uw rechtsgeding,
opdat wij vinden weer: uw zegening.

Uw naam te loven geeft de rechteloze recht,
want U hebt Uw nabijheid toegezegd.

Waak op dan God, U komt toch nooit te laat,
als een waarachtig bidder voor U staat?
Frans den Harder